Volleybal

Volleybal

Ben je wat fana­tieker, dan kun je spelen volgens het onder­staande. Je kunt het ook minder offi­cieel doen. Overleg hier­over met je medespeler(s). Het gaat om het bewegen en het plezier!

Wat heb je nodig:

  • Makke­lijke kleding. Voor volleybal is eigen­lijk alleen een T‑shirt nodig en een short. Even­tueel een trai­ningspak of ‑broek.
  • Zaal­schoenen. De schoenen moeten licht en veer­krachtig zijn, met goede steun en een goed profiel. Géén gladde zolen!
  • Even­tueel knie­be­scher­mers. Je maakt veel bewe­gingen. Eén daarvan is duiken naar een volleybal — dit kan schaaf­wonden of zelfs een knie­bles­sure veroor­zaken.

Aanwij­zingen

  • Opslag onder­hands. Niet om een punt te scoren, maar om de bal in het spel te brengen.
  • Zo moge­lijk drie­maal spelen per veld.
  • Na opvangen van de opslag speel je deze eerste bal toe naar de midvoor. De midvoor neemt dus niet deel aan het opvangen van de opslag. Hij/zij staat met de rug naar het net en kijkt (direct na de opslag) naar de eigen mensen, want daar komt de bal vandaan.
  • De (drie) net-spelers verde­digen de ruimte tussen het net en de drie­me­ter­lijn.
  • De mid-achter (bij zes spelers) verde­digt mee op de drie­me­ter­lijn.
  • De twee andere achter­spe­lers verde­digen het hele achter­veld.
  • Speel een moei­lijke (eerste of tweede) bal gewoon flink omhoog in je eigen veld. Dan is de kans groter, dat er nog iets mee gedaan kan worden.
  • Nooit voet­ballen — je kunt je mede­spe­lers flink raken.

Speel­veld

Volleybal wordt gespeeld op een veld van 9 x 9 meter (buitenste blauwe lijnen). Bij drie of vier spelers per veld kiezen we het klei­nere witte veld (met de buitenste witte lijnen).

Volleybalveld

De belang­rijkste spel­re­gels

  • Een speler mag de bal niet twee keer na elkaar aanraken, behalve bij het blok­keren.
  • Elk team mag maxi­maal drie keer balcon­tact achter elkaar hebben.
    (Hierbij telt de blok­ke­ring niet als een balcon­tact).
  • De bal mag de net-antennes of voor­werpen buiten het veld niet raken.
  • De spelers mogen het net niet raken. Dit geldt voor de net-randen en het net-zèlf.
  • Het is fout als een speler onder het net dringt in de ruimte van de tegen­partij en een tegen­stander hindert.
  • Het is ook fout als de voet(en) van een speler over de midden­lijn komen, dus de speel­helft van de tegen­partij raken.
  • Een team scoort een punt als de bal het speel­veld van de tegen­partij raakt (binnen de lijnen of op de lijn) of doordat een tegen­stander een fout maakt.
  • Zodra een team een punt scoort krijgt dat team het recht van opslaan (ook wel serveren genoemd).
  • Een speler mag niet direct blok­keren wanneer de tegen­partij serveert.